Verschuldigdheid BTW over paulianeuze transactie

Curator vernietigt transactie en vordert vervolgens omzetbelasting verschuldigd en voldaan over de transactie terug. Rechtbank oordeelt dat door relatieve werking van vernietiging in verhouding tot de Belastingdienst de transactie in stand blijft.

Oonk-Pallandt q.q. en Hermsen q.q./Loodgieters

Aannemer koopt onroerend goed van projectontwikkelaar en verrekent daarbij deel van koopprijs met openstaande facturen. Hof oordeelt bewijsvermoeden artikel 43 lid 1 sub 2 Fw niet van toepassing en oordeelt dat curatoren verder niet in bewijs van wetenschap van benadeling zijn geslaagd.

Poelmann van den Broek/Eschauzier q.q.

Betaling door dochtervennootschap van advocatenrekening moeder gevolgd door faillissement dochter. Volgens hof vormt deze concrete betaling rechtshandeling om niet.

X c.s./Groenewegen q.q.

Geen arbeidsverhouding met failliet en daarom geen aanspraak op loon- of premieschulden op grond van artikel 40 Fw. Ook overigens is er geen grondslag om van boedelschulden te spreken. Nederlands recht is van toepassing als recht van de lidstaat waar de faillissementsprocedure is geopend (art. 4 IVO).

WK Holding BV/Claassen q.q.

Op de uitleg van een koopovereenkomst van activa uit een failliete boedel is het Haviltex-criterium van toepassing: het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen uit de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij deze uitleg dient de rechter rekening te houden met alle bijzondere omstandigheden van het gegeven geval.

GTL Beleggingsmaatschappij/Bos q.q. c.s.

Zelfs indien komt vast te staan dat de curator de gestelde uitspraken heeft gedaan, mocht de aspirant-koper niet vertrouwen op de totstandkoming van een koopovereenkomst aangaande een met hypotheek bezwaarde bioscoop uit de faillissementsboedel.

Verdachte wordt in hoger beroep deels vrijgesproken van faillissementsfraude, nu de administratieplicht in de zin van artikel 2:10 BW en 3:15i BW ziet op de periode van voor faillissement en niet op de periode erna.

Brammer GmbH/Aarnink q.q.

Ondanks artikel 362 Fw kan een veroordeling in de proceskosten worden uitgesproken in een procedure die volgt op een verzoek op de voet van artikel 69 Fw. De kostenveroordeling kan tevens uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

Nederlandse autohandelaar/Engelse autohandelaar

Eigendomsoverdracht van een Porsche heeft niet plaatsgevonden, nu de levering ontbreekt. Derhalve komt de Nederlandse autohandelaar geen beroep op revindicatie toe en kan hij van de Engelse autohandelaar ook geen schadevergoeding vorderen.

Rabobank/Houtman q.q.

Rabobank mag de door haar verschuldigde huur uit hoofde van een bodemverhuurconstructie verrekenen met haar vorderingen uit hoofde van de kredietrelatie overeenkomstig artikel 53 lid 1 Fw. De in het arrest Tiethoff q.q./NMB geformuleerde uitzondering geldt niet nu er een verband bestaat tussen de huurovereenkomsten die Rabobank heeft gesloten en de vorderingen van Rabobank uit hoofde van de kredietrelatie.