Poiesz q.q./HHI

De bestuurder, feitelijk bestuurder en commissaris van Welsec zijn aansprakelijk voor het faillissementstekort wegens onbehoorlijk bestuur (art. 2:248 BW jo. 2:259 BW). Hun wordt verweten geen reserve op te hebben genomen voor een aansprakelijkstelling door de Staat wegens vervuiling, zelfs niet na een veroordelend vonnis in eerste aanleg. Tevens wordt hun verweten meegewerkt te hebben aan grote dividenduitkeringen tot aan het statutaire minimum. Ook moedervennootschap Harlingen Holding Industries is aansprakelijk voor het hele faillissementstekort, op grond van artikel 6:162 BW. Haar wordt verweten ieder jaar tot substantiële dividenduitkering te hebben besloten terwijl dat gezien de aansprakelijkstelling door de Staat wegens milieuschade evident onverantwoord was. Accountant Deloitte heeft ook onrechtmatig gehandeld, maar is niet aansprakelijk nu causaal verband met de schade ontbreekt.

verhuurder/Maxeda

Concerngarantie voor huur VenD-winkelpand bleef niet doorlopen nadat huurovereenkomst was opgezegd ex artikel 39 Fw per 1 mei 2016. Maxeda kan dan ook niet worden aangesproken voor de huurtermijnen die zouden vervallen na 1 mei 2016. Overigens is geen contractuele verplichting tot het vergoeden van leegstandschade overeengekomen (en ook geen garantie daarvoor).

curator Road Flyer B.V./Y

Bewijslastverdeling bij bestuurdersaansprakelijkheid. Curator dient schending boekhoudplicht voldoende te onderbouwen. Bij weerlegging van het vermoeden dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement, dient curator vervolgens te onderbouwen dat kennelijke onbehoorlijke taakvervulling mede een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest.

borg/Rabobank

De borgtocht is volgens het hof gesloten ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf en niet in het zicht van faillissement. Toestemming van de echtgentoot van de DGA was dan ook niet noodzakelijk (art. 1:88 lid 5 BW).

Roeffen q.q./Ontvanger

De rechtbank stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad: is de omzetbelastingschuld die ontstaat doordat de pandhouder op de voet van artikel 3:251 BW na faillissement van de pandgever overgaat tot onderhandse verkoop en levering aan particulieren en doordat de pandhouder zich (ingevolge het arrest HR 6 mei 1983, NJ 1984/228 (Rentekas)) mede verhaalt op de in de opbrengst begrepen omzetbelasting een boedelschuld?

borg/Rabobank

De borg stelt dat hij niet begrepen heeft dat hij persoonlijk aansprakelijk zou zijn. Hij stelt de bv-constructie juist opgetuigd te hebben om persoonlijke aansprakelijkheid te voorkomen. Het hof oordeelt dat hij onvoldoende duidelijk gesteld heeft waarom hij niet begrepen zou hebben dat hij privé aansprakelijk zou zijn. Ook is onvoldoende duidelijk geworden waarom Rabobank moest begerijpen dat de borg het niet begreep. Voorts faalt het beroep van de borg op vernietiging door zijn echtgenote, nu het een zakelijke borgtocht betreft (art. 1:88 lid 5 BW).

Moulin International Property

Borgtocht is niet aangegaan ten behoeve van normale bedrijfsuitoefening, nu de vennootschap bancair niet financierbaar was, er een hoge rente (20% over 18 maanden) werd gerekend en een aandelenpakket in het verschiet werd gesteld in ruil voor de lening. De rechtbank merkt het krediet daarom aan als 'overbruggingskrediet' (zie ook HR Nooij/ING, NJ 2016/29). Toestemming van de echtgenote van de borg was daarom vereist (art. 1:88 lid 5 BW).

Houtman q.q./bestuurder

Tussen een in 2014 ontslagen bestuurder van de in 2016 failliet verklaarde zorginstelling Stichting Diafaan liep ten tijde van de faillietverklaring nog een procedure over de invulling van de afvloeiingsregeling. Ter opheffing van door de ex-bestuurder gelegd conservatoir beslag heeft Diafaan voor faillissement een bankgarantie ter hoogte van € 369.000 verstrekt aan de ex-bestuurder. Curator Houtman van Diafaan vraagt de rechtbank de ex-bestuurder te verbieden de bankgarantie in te roepen zolang nog niet in de renvooi-procedure is beslist over de vordering. Die renvooiprocedure is echter nog niet gestart, nu de verificatievergadering nog niet heeft plaatsgevonden. De rechtbank wijst dat verzoek, dat overigens deels overeenkomt met de voorwaarden van de bankgarantie, toe. Dat het in het persoonlijke belang van de ex-bestuurder is om snel geld te zien, doet daar niet aan af. Dit is een groot faillissement waarin veel partijen zullen moeten wachten.

Faillissement geïntimeerde nadat om vonnis is gevraagd, artikel 30 lid 1 Fw van toepassing. Rechtsmiddelen kunnen geldig tegen de curator worden ingesteld.

Faillissement na het vragen van het vonnis in eerste aanleg, artikel 30 lid 1 Fw van toepassing. Rechtsmiddelen kunnen geldig tegen de curator worden ingesteld en de zaak hoeft niet geschorst te worden.