Krediet is niet aangegaan ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening, en de borgtocht voor dat krediet dus ook niet (art. 1:88 lid 5 BW). De echtgenote van de borg kon daarom de borgtocht vernietigen (art. 1:89 BW). Bijzonder in deze zaak is dat het krediet wel duidelijk paste bij het bedrijf, maar het hof hier een onderscheid maakt tussen krediet ten behoeve van een (eenmalige) investering, wat niet bij de normale bedrijfsuitoefening zou passen, en een alledaags bankkrediet voor de lopende bedrijfsuitoefening, wat daar wél bij zou passen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 15-11-2016