De overdracht van voertuigen in plaats van terugbetaling van een lening wordt veronderstellenderwijs als verplicht beschouwd. De inbetalinggeving is echter vernietigd op grond van artikel 47 Fw omdat er sprake is van samenspanning. Ten aanzien van verdere betalingen aan vriendin zonder rechtsgrond, oordeelt de rechtbank dat deze onverplicht zijn.

De rechtbank oordeelt dat een verkoop aan een bestaande schuldeiser gevolgd door verrekening onderworpen is aan artikel 54 Fw (misbruik van verrekening). Tussenvonnis met een bewijsopdracht aan bewindvoerder om vereiste van ‘niet te goeder trouw’ te bewijzen. Het vonnis is inmiddels grotendeels achterhaald door het arrest HR Wemaro/De Bok q.q. (ECLI:NL:HR:2015:1825) waarin de Hoge Raad artikel 54 Fw juist niet van toepassing oordeelt op de verkoop van een goed aan een schuldeiser gevolgd door verrekening omdat er geen sprake is van het overnemen van een schuld of vordering van een derde.

Wemaro/De Bok q.q.

Benadeling van schuldeisers doordat de schuldenaar een goed verkoopt aan een enkele schuldeiser, waarna de koopprijs wordt verrekend, vormt geen misbruik van verrekening in de zin van artikel 54 Fw. De benadeling van schuldeisers dient getoetst te worden aan de pauliana en de onrechtmatige daad en niet aan artikel 54 Fw.

Schuldeiser die via inbetalinggeving op onverplichte wijze voldaan wordt, hoeft volgens het hof niet de financiële ontwikkeling van de schuldenaar in de jaarstukken te volgen. Door curator gestelde feiten en omstandigheden, o.a. mededeling dat restschuld niet tijdig voldaan kan worden, dat schuldeiser heeft geïnformeerd of er betalingsproblemen waren en of de continuïteit van de vennootschap in gevaar was, alsmede de haast waarmee de transactie is gerealiseerd kunnen betekenis toekomen. Curator wordt toegelaten tot leveren van bewijs van wetenschap van benadeling.

Aangesproken schuldenaar van failliet verweert zich tegen de aanspraken van de curator met een beroep op verrekening van zijn schuld met een vordering op een derde. De aangesproken schuldenaar stelt dat via overeenkomst de verrekeningsmogelijkheden zijn uitgebreid. Aan de vraag of een dergelijke meerpartijenovereenkomst werkelijk is gesloten komt de rechtbank niet toe. Indien een dergelijke overeenkomst gesloten zou zijn, dan is deze door de curator vernietigd op grond van de pauliana. De uitbreiding van de verrekeningsmogelijkheid zou in casu een onverplichte rechtshandeling om niet zijn, omdat er geen tegenprestatie aan de failliet ten goede is gekomen.

Een proces-verbaal van de verificatievergadering leent zich slechts voor aanpassing en niet voor ongegrond- of nietigverklaring. Indien het proces-verbaal fouten bevat, geeft de wet de mogelijkheid om herstel daarvan te verzoeken.

Bestuurdersaansprakelijkheid. Schending publicatieverplichting. Het feit dat de administratie reeds bij overname vennootschap niet op orde was, is geen aanvaardbare verklaring voor overschrijding termijn. Andere oorzaken die aan het faillissement ten grondslag liggen niet aannemelijk geworden. Matiging afgewezen wegens schending Beklamelcriterium.

Bestuurdersaansprakelijkheid. Beklamel-norm. Was de door eiser geleden schade als gevolg van de niet-nakoming door het bedrijf voorzienbaar op het moment dat de bestuurder de verplichting aanging?

Heeft de advocaat die optrad als bestuurder van de beroepsvennootschap onrechtmatig gehandeld jegens de factoringmaatschappij die de inning van vorderingen van de beroepsvennootschap verzorgde? Daarvoor heeft eiseres onvoldoende gesteld.

Matiging van de vordering van de curator uit hoofde van het tekort in het faillissement is een uitzondering en dient gebaseerd te zijn op door de bestuurder aan te voeren bijzondere feiten en omstandigheden. Betalingsonmacht staat aan volledige toerekening niet in de weg.