Een schuldeiser vordert schadevergoeding uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid jegens een bestuurder van een vennootschap wegens het door de vennootschap niet nakomen van een geldleningsovereenkomst. De bestuurder treft geen persoonlijk ernstig verwijt, nu ook de bestuurder van de schuldeiser bij het aangaan van de overeenkomst wist dat de vennootschap leeg was. De rechtbank wijst de vordering af.
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 08-04-2020