Moore Stephens/Ausnutria Nutrition

Eiseres heeft een vordering gekocht. De vordering betreft een vergoeding voor nog door de verkoper te verlenen exclusiviteit, maar voordat die prestatie wordt geleverd gaat de verkoper failliet. Het beroep op artikel 37 Fw door de debiteur van de vordering slaagt. Zij kan dit verweer op grond van artikel 6:145 BW ook tegen de koper inroepen. De koper komt geen beroep toe op artikel 3:36 BW in verband met de mededeling van de debiteur vóór de verkoop aan een derde dat de prestatie al is geleverd, omdat uit de factuur was af te leiden dat deze mededeling onjuist was.

Vordering curator ex artikel 2:248 BW afgewezen. Geen beroep op wettelijk bewijsvermoeden. Kennelijk onbehoorlijk bestuur door het doen van overname niet bewezen. Geen sprake van benadeling gezamenlijke schuldeisers. Schuldeisers zijn niet slechter af door de overname. De norm van artikel 2:248 BW strekt tot bescherming van de gezamenlijke schuldeisers en niet tot bescherming van de vennootschap.

'Spreken is zilver, zwijgen is goud?' Kan de getuige in een faillissementsverhoor zich beroepen op het verschoningsrecht?

Van Andel en Verhoeven q.q./Haagsche Bluf

Omdat curatoren een doorstart van Sissy-Boy winkels hebben gerealiseerd, oordeelt de voorzieningenrechter dat aan de opzegging van een huurovereenkomst ten aanzien van een flagship store geen effect toekomt, zolang niet beslist is op een vordering tot indeplaatsstelling.

Steenbergen q.q./Griffier Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

De griffier heeft naar het oordeel van het hof terecht griffierecht voor niet-natuurlijke personen in rekening gebracht bij de curator q.q.

De curator heeft in strijd met vaste jurisprudentie van de Hoge Raad een onverschuldigd betaald bedrag niet terugbetaald als superpreferente boedelvordering en wordt hiervoor in een procedure in vrijwaring aansprakelijk gehouden.

Faillissementsverzoek dat is ingediend door de bestuurder van de vennootschap wordt afgewezen, omdat de bestuurder hiervoor geen opdracht had van de algemene vergadering. Naar het oordeel van de rechtbank is dit in strijd met artikel 2:246 BW.

Het OM verzoekt tot oplegging van een bestuursverbod voor de periode van vijf jaar. De rechtbank wijst het verzoek toe, omdat de bestuurder binnen drie jaar persoonlijk verwijtbaar betrokken was bij drie faillissementen.

Bestuurder Gouden Tromp/Rijken q.q.

Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank waarbij een bestuurder van een stamrechtvennootschap aansprakelijk is gehouden op grond van artikel 2:248 BW. De bestuurder heeft volgens het hof niet in strijd gehandeld met de wet en/of de statuten.

Indirect bestuurders Zorghuisdeurne/Te Biesebeek q.q.

Twee indirecte bestuurders gaan in beroep tegen aansprakelijkheid op grond van artikel 2:11 jo. 2:248 BW. Zij kunnen zich in casu niet bevrijden van hun aansprakelijkheid op grond van artikel 2:11 BW. Met wenk.