Afwijzing verzet tegen faillietverklaring: niet gehandeld namens bv i.o.

Een natuurlijk persoon meent dat de aanvragers van het faillissement geen vordering op hem hebben, omdat hij zou hebben gehandeld namens een bv i.o. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. Daar komt bij dat de rechtshandeling niet door een vennootschap is bekrachtigd.

Op basis van een naar Duits recht na beslaglegging verkregen pandrecht kan de beslaglegger zich met voorrang verhalen op de executieopbrengst van de geëxecuteerde zaken

Een schuldeiser legt, op basis van een Europese executoriale titel, executoriaal beslag op zaken die zich in Nederland bevinden maar behoren tot het vermogen van een Duitse schuldenaar. Daarmee verkrijgt de beslaglegger naar Duits recht een pandrecht op de beslagen zaken. Als ten aanzien van de schuldenaar in Duitsland een insolventieprocedure (faillissement) wordt geopend, kan de beslaglegger het verkregen pandrecht ook dan te gelde maken en komen hem de executieopbrengsten toe, op basis van een ‘Absonderungsrecht’ naar Duits insolventierecht.

Belastingdienst weigert medewerking aan buitengerechtelijk akkoord; misbruik van recht?

Terughoudendheid geboden bij vorderingen tot medewerking aan een buitengerechtelijk akkoord. Slechts onder zeer bijzondere omstandigheden kan schuldeiser tot medewerking worden bevolen. Schuldenaar moet aantonen dat weigering onredelijk is.

Hof laat omzetting surseance in faillissement in stand

De (erkende) schulden zijn fors hoger dan het actief, terwijl de schuldenaar een deel van het actief wil gebruiken voor de voortzetting van een procedure die geen actief voor de schuldenaar kan opleveren. Een voorgenomen akkoord is onvoldoende concreet.

Aansprakelijkheid voor boedeltekort en bestuursverbod wegens gebrekkige administratie

Bestuursaansprakelijkheid voor boedeltekort op grond van artikel 2:248 lid 2 BW wegens gebrekkige administratie die voorafgaand aan faillissement zelfs aanleiding gaf tot boekenonderzoek door de Belastingdienst en een inval van de FIOD.

Vordering uit hoofde van verbeurde dwangsommen kan gelden als steunvordering

Het faillissement van TWI is in eerste aanleg uitgesproken. In hoger beroep kan geen beroep meer worden gedaan op de steunvorderingen die in eerste aanleg zijn aangevoerd, maar na de zitting in hoger beroep is summierlijk gebleken dat de Vlaamse overheid een vordering heeft op TWI uit hoofde van verbeurde dwangsommen. Artikel 611e Rv verzet zich er volgens het hof niet tegen dat een dergelijke vordering dient als steunvordering.

Homologatie WHOA-akkoord van drie groepsvennootschappen

Homologatie van een WHOA-akkoord ex artikel 383 lid 1 Fw. Drie verzoeken tot homologatie die gezamenlijk behandeld worden door de rechtbank.

Beroep op interne andere oorzaak van faillissement slaagt in de context van artikel 2:248 lid 2 BW (verwijzingsarrest Mobile Services)

Aangesproken bestuurders verweren zich met succes tegen aansprakelijkstelling op de voet van artikel 2:248 lid 2 BW door mede te verwijzen naar feiten en omstandigheden die niet 'van buiten' komen.

Vordering van curator uit hoofde van rekening-courantverhouding toegewezen

Volgens de curator heeft de vennootschap een rekening-courantvordering op gedaagde. Gedaagde betwist de verschuldigdheid van het bedrag en doet een beroep op verrekening. De curator meent dat de door gedaagde gestelde kosten niet kunnen worden verrekend met de vordering van de vennootschap. De rechtbank wijst de vordering van de curator uit hoofde van de rekening-courantverhouding als onvoldoende onderbouwd betwist toe.

Curator kan geen nakoming vorderen omdat hij de overeenkomst niet gestand heeft gedaan

Curator geeft blijk van niet-gestanddoening en verliest daarmee recht op vorderen nakoming wederkerige overeenkomsten. De curator heeft namelijk meegedeeld dat hij pas wilde leveren na betaling, terwijl betaling vooraf niet was overeengekomen.