Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 31 december 2024, INS 2025-0010
De curator stelt dat de zoon van de bestuurders van een failliete onderneming is opgetreden als feitelijk beleidsbepaler en daarom voor de toepassing van artikel 2:248 BW met een bestuurder moet worden gelijkgesteld. In een eerder gewezen tussenarrest achtte het hof dit voorshands bewezen, waarna de zoon is toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. In dit eindarrest concludeert het hof dat de zoon in dat tegenbewijs is geslaagd. Hoewel de zoon zich naar buiten toe, tegenover de Belastingdienst en de curator, heeft gepresenteerd als degene die de onderneming grotendeels runde, blijft de mogelijkheid bestaan dat de vader feitelijk de leiding had, de beslissingen nam en zijn zoon slechts uitvoerde wat zijn vader niet zelf kon of wilde doen. Deze onduidelijkheid over de feiten valt uit in het nadeel van de curator, die nu eenmaal de bewijslast draagt. Het hof bekrachtigt (deels) het vonnis van de rechtbank, waarin de vordering van de curator werd afgewezen.
Rechtbank Limburg 11 december 2024, INS 2025-0012
De rechtbank stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over de verschuldigdheid van wettelijke rente en de wettelijke verhoging over betaling van loon tijdens faillissement. In het Paperlinx-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat wettelijke of contractuele rente is verschuldigd over een huurvordering die op grond van artikel 39 Fw boedelschuld is. De vraag is of dit ook geldt voor de boedelvordering van werknemers tot betaling van loon voor zover het UWV dat loon betaalt op grond van de loongarantieregeling. Verder is onder meer de vraag aan de orde of de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW verschuldigd is over het loon dat niet tijdig is betaald.
Rechtbank Gelderland 17 april 2024, INS 2025-0013
Een curator heeft drie bestuurders aansprakelijk gesteld. In een incident vorderen de bestuurders dat de curator zekerheid stelt voor de proceskosten. De bestuurders menen dat aan artikel 224 en 477a Rv reflexwerking moet worden toegekend. De rechtbank wijst deze vordering af. Artikel 224 lid 1 Rv ziet op de situatie dat een eiser geen woonplaats of gewone verblijfplaats heeft in Nederland. De ratio achter deze bepaling is dat een gedaagde partij niet blijft zitten met een proceskostenveroordeling die niet in het buitenland ten uitvoer kan worden gelegd. Nu de curator woonplaats heeft in Nederland, is dit artikel niet van toepassing. Artikel 477a lid 2 Rv ziet op de situatie dat een executant een procedure start omdat hij het niet eens is met de verklaring die een derde-beslagene heeft afgelegd. In dat geval kan de rechter bepalen dat de executant zekerheid moet stellen voor de proceskosten waarin hij tegenover de derde-beslagene kan worden veroordeeld. Omdat in deze casus geen sprake is van een derde-beslagene, is ook artikel 477a lid 2 Rv niet van toepassing.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De curator stelt dat de zoon van de bestuurders van een failliete onderneming is opgetreden als feitelijk beleidsbepaler en daarom voor de toepassing van artikel 2:248 BW met een bestuurder moet worden gelijkgesteld. In een eerder gewezen tussenarrest (ECLI:NL:GHARL:2023:7627) achtte het hof dit voorshands bewezen, waarna de zoon is toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. In dit eindarrest concludeert het hof dat de zoon in dat tegenbewijs is geslaagd. Het hof bekrachtigt (deels) het vonnis van de rechtbank, waarin de vordering van de curator werd afgewezen. 31-12-2024
- Gerechtshof Amsterdam Bestuurdersaansprakelijkheid voor verschillende faillissementen op grond van artikel 2:248 BW. Geen matiging op grond van artikel 2:248 lid 4 BW wegens ernstig verwijtbaar handelen. Toetsing aan de limitatieve matigingsgrond van artikel 2:248 lid 4 BW. 17-12-2024
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland De bestuurder is aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW, mede omdat niet is voldaan aan de administratieplicht. De boekhouder is niet aansprakelijk als feitelijk beleidsbepaler. Paulianeuze rechtshandelingen terecht door curator vernietigd. 18-12-2024
- Rechtbank Gelderland Bestuurder zijn aansprakelijk voor onder meer het tekort dat door kapitaalvermindering is ontstaan. Geen faillissementsaansprakelijkheid, omdat het geen (belangrijke) oorzaak was van het faillissement. 18-12-2024
- Rechtbank Den Haag De rechtbank overweegt dat misbruik wordt gemaakt van de bevoegdheid het eigen faillissement aan te vragen, omdat de vennootschap geen baten heeft. Het belang van een schuldeiser om een vordering vast te laten stellen is geen belang dat een plek heeft in het faillissement, omdat het niet tot de taak van de curator behoort om vorderingen van concurrente schuldeisers te beoordelen als geen uitkering kan worden gedaan aan de schuldeisers. 17-12-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant In conventie is de procedure geschorst op grond van artikel 29 Fw. In reconventie heeft de gedaagde in reconventie de curator opgeroepen om de procedure over te nemen. Omdat de curator niet is verschenen, verzoekt gedaagde in reconventie om ontslag van instantie op grond van artikel 27 lid 2 Fw. De rechtbank wijst dit verzoek toe. 11-12-2024
- Rechtbank Limburg In deze zaak worden prejudiciƫle vragen aan de Hoge Raad voorgelegd op verzoek van beide partijen. Het betreft een geschil over de vraag of de faillissementsboedel wettelijke rente en/of de wettelijke verhoging is verschuldigd bij niet-tijdige loonbetaling. 11-12-2024
- Rechtbank Gelderland In een renvooiprocedure wordt de vordering van een ex-werknemer tot verificatie van een onvoorwaardelijke preferente vordering wegens een garantieregeling voor vroegpensioen afgewezen. 04-12-2024
- Rechtbank Midden-Nederland De rechtbank verklaart appellante niet-ontvankelijk in haar verzoek, omdat zij geen partij is bij de beschikking van de rechter-commissaris waartegen zij in hoger beroep komt. Daarnaast dienen de rechter-commissaris en de rechtbank bij een schikking het belang van de boedel voorop te stellen. 03-12-2024
- Rechtbank Gelderland Vernietiging op grond van pauliana heeft terugwerkende kracht. Daardoor wordt de overdracht geacht niet te hebben plaatsgevonden, zodat het hypotheekrecht niet rechtsgeldig is gevestigd. In kort geding is geen ruimte voor de beoordeling of een beroep kan worden gedaan op derdenbescherming. 20-11-2024
- Rechtbank Gelderland Een curator heeft drie bestuurders aansprakelijk gesteld. In een incident vorderen de bestuurders dat de curator zekerheid stelt voor de proceskosten. De rechtbank wijst deze vordering af. De rechtbank gaat ook niet mee in het verzoek van de curator om te bepalen dat de termijn voor het nemen van een conclusie van antwoord wordt verkort tot twee weken en dat geen nieuw incident mag worden ingesteld. 17-04-2024