Voortzetting levering van energie na faillissement van energieleverancier

Bij vrijwillige voortzetting van de levering van energie na het faillissement van een energieleverancier (ex artikel 2 lid 5 van het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998 en artikel 3 lid 5 van het Besluit leveringszekerheid Gaswet) is de nieuwe energieleverancier niet gebonden aan de oude voorwaarden van het energiecontract.

Verlenging inbewaringstelling onder gelijktijdige schorsing in verband met afspraken

Een gefailleerde is in bewaring gesteld in verband met schending van de inlichtingenplicht. De curator heeft afspraken met de gefailleerde gemaakt, zodat op vrije voeten kan worden gesteld. De rechtbank keurt de afspraken goed en schorst de inbewaringstelling.

Bestuurdersaansprakelijkheid voor boedeltekort wegens onbehoorlijke taakvervulling

Bestuurdersaansprakelijkheid voor boedeltekort op grond van artikel 2:248 jo. 2:10 BW wegens schending van de administratieplicht. Bestuurders hebben het vermoeden van onbehoorlijke taakvervulling niet kunnen ontzenuwen.

Bestuurder ook in hoger beroep aansprakelijk voor boedeltekort wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur

Het hof stelt vast dat de curator de bestuurder terecht drie verwijten van onbehoorlijk bestuur maakt. Ten eerste is ten onrechte een niet-bestaande lening in de administratie verwerkt en door middel van verrekening betaald, ten tweede is de bestuurder namens de vennootschap verplichtingen aan blijven gaan na de peildatum waarop duidelijk was of had moeten zijn dat deze verplichtingen niet konden worden nagekomen en ten derde zijn na de peildatum gelieerde partijen, zonder dat daarvoor een rechtvaardiging is gegeven, selectief betaald. De bestuurder is aansprakelijk voor het boedeltekort.

WHOA voetbalclub Vitesse: onafhankelijkheid van voorgestelde herstructureringsdeskundig niet aannemelijk en afwijzing verzoek tot afkondiging afkoelingsperiode

In deze openbare WHOA-procedure wijst de rechtbank mr. H. de Coninck aan als herstructureringsdeskundige. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de aanvankelijk voorgestelde herstructureringsdeskundigen is onvoldoende gebleken vanwege (mogelijke) belangenconflicten. Noodzaak voor een afkoelingsperiode is niet gebleken.

Bestuurder en beleidsbepaler schenden deponerings- en administratieverplichting en zijn aansprakelijk voor het boedeltekort

De bestuurder en feitelijk beleidsbepaler van een bv hebben zich niet gehouden aan de deponerings- en administratieverplichtingen. De rechtbank oordeelt daarom dat sprake is van onbehoorlijke taakvervulling en dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het tekort in de boedel. Het beroep van gedaagden op disculpatie en matiging slaagt niet.

Publicatie van jaarrekening buiten de termijn van acht dagen na vaststelling is niet relevant voor artikel 2:248 lid 2 BW. Met wenk

Een curator stelt de bestuurders van een vennootschap aansprakelijk op grond van artikel 2:248, 2:9 en 6:162 BW. Beroep op het bewijsvermoeden uit artikel 2:248 lid 2 BW slaagt niet, omdat de jaarrekening weliswaar buiten de termijn van acht dagen na vaststelling, maar binnen de termijn van twaalf maanden na einde boekjaar is gepubliceerd. De aan het bestuur verweten feiten hebben wel het faillissement veroorzaakt, maar halen de drempel van 'kennelijk onbehoorlijk' en 'persoonlijk ernstig verwijt' niet.

WHOA: afwijzing afkoelingsperiode, onder meer omdat onvoldoende financiële informatie is verstrekt

Een vennootschap die adviseert en begeleidt bij het verduurzamen van (met name) woningen, verzoekt om de afkondiging van een afkoelingsperiode. De rechtbank wijst het verzoek om meerdere redenen af. Een van de redenen is dat zij financiële stukken nodig heeft om te beoordelen of de financiële positie van schuldeisers tijdens de afkoelingsperiode niet verslechtert. Deze stukken ontbreken of zijn onvoldoende duidelijk.

Faillissementsverzoek geturboliquideerde bv in hoger beroep wederom afgewezen

Niet summierlijk gebleken van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er nog (potentiële) baten zijn, waardoor het faillissement van verweerster niet kan worden uitgesproken.

Verzet van werknemer tegen faillietverklaring van zijn werkgever slaagt

Werkgever verkeert niet in de toestand te hebben opgehouden te betalen. Daarnaast heeft hij door de eigen aangifte tot faillietverklaring misbruik van zijn bevoegdheid gemaakt. Het verzet van de werknemer slaagt.