Met WHOA-akkoord instemmende bank wordt niet geraakt door akkoord en dus zijn verzoeksters niet-ontvankelijk

Drie groepsvennootschappen die een WHOA-akkoord hebben aangeboden, zijn niet-ontvankelijk in hun homologatieverzoek. De bank heeft ingestemd met het akkoord, maar is naar het oordeel van de rechtbank geen partij die door het akkoord is geraakt. Als de verhouding met de bank al is gewijzigd, dan zijn afspraken daarover buiten het akkoord om gemaakt. Omdat geen andere in the money-klasse heeft ingestemd met het akkoord, verklaart de rechtbank de schuldenaren niet-ontvankelijk in hun verzoek.

Vordering ex artikel 843a Rv jegens curator tot afgifte bescheiden

In een schadestaatprocedure verzoekt een partij die jegens de curator is veroordeeld tot betaling van het boedeltekort om afgifte door de curator van bepaalde bescheiden. De vordering wordt afgewezen.

Bestuurdersaansprakelijkheid en ander onrechtmatig handelen

Vorderingen van de curator inzake bestuurdersaansprakelijkheid, onrechtmatige doorstart, paulianeuze betalingen en ander onrechtmatig handelen worden toegewezen.

Heropening vereffening en aanstelling vereffenaar na turboliquidatie

Een schuldeiser heeft om heropening van de vereffening van een geturboliquideerde vennootschap gevraagd, alsook de aanstelling van een vereffenaar. De rechtbank wijst het verzoek toe en benoemt een curator tot vereffenaar.

Bestuurdersaansprakelijkheid, met oplegging bestuursverbod en veroordeling tot betaling faillissementstekort, alsmede een voorschot

De curator vordert de aansprakelijkstelling van gedaagde voor onbehoorlijk bestuur en onrechtmatig handelen. De vordering op grond van onbehoorlijk bestuur wordt toegewezen. Gedaagde wordt onder meer veroordeeld tot betaling van het gehele faillissementstekort en moet als voorschot daarop € 50.000 betalen aan de curator.

WHOA. Akkoord treedt niet buiten de grenzen van de WHOA en is niet strijdig met fiscale wet- en regelgeving.

Feitelijk is sprake van een eenvoudig akkoord dat bewerkstelligt dat de rechten van obligatiehouders worden prijsgegeven tegen betaling van een contant bedrag. Om fiscale redenen is het akkoord juridisch in de vorm gegoten van onder meer een verplichting tot overdracht van obligaties aan een derde. Het feit dat het akkoord verplichtingen oplegt aan de schuldeisers en is ingegeven om een fiscaal nadeel te vermijden, valt niet onder ‘overige weigeringsgronden’ als bedoeld in artikel 384 lid 2 sub i Fw.

Vorderingen op grond van bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 6:162 BW afgewezen

De bestuurder van een failliete onderneming wordt persoonlijk aansprakelijk gesteld door een oud-werknemer. De oud-werknemer vordert onder andere betaling van een bedrag ad € 30.000, namelijk het bedrag dat de onderneming had moeten betalen op grond van een voor datum faillissement gesloten vaststellingsovereenkomst. De rechtbank oordeelt dat de bestuurder geen ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt en wijst alle vorderingen af.

WHOA: verlengingsverzoek afkoelingsperiode afgewezen wegens onvoldoende aangetoonde noodzaak en gebrek aan significante vooruitgang in de totstandkoming van een akkoord

De rechtbank wijst het verzoek om verlenging van de afkoelingsperiode af, omdat de noodzaak hiervan onvoldoende is aangetoond en er geen significante vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van een akkoord. Bovendien is er onduidelijkheid over de beschikbare financiering en de verwachte uitkeringen aan schuldeisers, waardoor het belang van de gezamenlijke schuldeisers niet kon worden vastgesteld.

Verwerping cassatieberoep van de curator over pauliana

Volgens het hof is de grondslag van de pauliana-vordering van de curator enigszins een zoekplaatje. De curator heeft onvoldoende onderbouwd waarom de aan gefailleerde verstrekte geldlening, zonder zekerheden, nadelig zou zijn voor de schuldeisers. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van de curator.

WHOA. Rechtbank wijst fiscaal deskundige aan voor de beoordeling of het akkoord strijdig is met fiscale wet- en regelgeving

Een schuldenaar vraagt de rechtbank om homologatie van het aangeboden WHOA-akkoord. Het akkoord is op een bepaalde manier vormgegeven vanwege fiscale motieven, namelijk om belastbare kwijtscheldingswinst te voorkomen. De rechtbank stelt – in het kader van de beoordeling van de afwijzingsgronden – aan een fiscaal deskundige de vraag of het akkoord is vormgegeven op een manier die mogelijk strijdig is met fiscale wet- en regelgeving.