Y/Curatoren Beheer B.V.

Onbehoorlijk bestuur dat een belangrijke oorzaak is geweest voor het faillissement. Aannemelijk is dat het intreden van het faillissement 2,5 jaar na het einde van het bestuurderschap van appellant een direct gevolg is van het reeds tijdens dat bestuurderschap gehanteerde (en daarna voortgezette) onjuiste bedrijfsmodel.

Curator/VOF c.s.

Aan de door de curator gestelde wetenschap van benadeling (art. 42 Fw) kunnen de enkele verwijzing naar een jaarrekening en een op basis daarvan beweerdelijk plaatsgehad hebbend gesprek met de accountant, waarin die laatste waarschuwde voor de slechte financiële positie van de v.o.f., niet hebben bijgedragen.

Appellanten/Curatoren

Een redelijke uitleg van van artikel 2:403 lid 1 aanhef en sub f BW, welke aansluit bij het doel van de publicatieplicht als bedoeld in artikel 2:394 BW, brengt met zich dat vrijstelling betrekking heeft op het gehele boekjaar. Nu omstreeks een derde deel van het boekjaar niet is gedekt door enige ‘403’-verklaring en de desbetreffende jaarrekening niet is gepubliceerd, hebben appellanten de publicatieverplichting van artikel 2:394 BW geschonden.

X B.V./Y

Tussenvonnis in procedure met betrekking tot externe bestuurdersaansprakelijkheid wegens een ernstig persoonlijk verwijt (art. 6:162 BW). Een activatransactie in het zicht van faillissement kan mogelijk gerechtvaardigd (en dus rechtmatig) zijn in het licht van de financiële toestand van de schuldenaar, ook al leidde zij tot voorzienbare benadeling van schuldeisers.

Curator Wij Werken Allemaal/Geïntimeerde

Door geïntimeerde is onvoldoende gesteld ter weerlegging van het vermoeden van wetenschap van benadeling (art. 42 en 45 Fw). Bovendien valt zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, niet zonder meer in te zien waarom het bestaan van plannen voor een overname zou betekenen dat er bij de gefailleerde geen wetenschap van benadeling zou hebben bestaan.

Strafrecht. Het ex artikel 343 (oud) Sr vereiste opzet op de verkorting van de rechten van schuldeisers volgt niet uit de bewijsmiddelen ten aanzien van de bestuurder van een inmiddels gefailleerde vennootschap. Wel levert zijn verhoor het bewijs voor het plegen van valsheid in geschrifte.

Strafrecht. Bedrieglijke bankbreuk door feitelijk bestuurder ook in hoger beroep bewezen. Er is volgens het hof echter geen reden om een bestuursverbod op te leggen nu verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, thans in loondienst werkt en ter terechtzitting duidelijk beargumenteerd heeft aangegeven geen bedrijven meer op zijn naam te (willen) hebben.

Strafrecht. Het wordt verdachte zwaar aangerekend dat hij als feitelijk bestuurder door gebruikmaking van sterfhuisconstructies andere schuldeisers ernstig heeft benadeeld. Het wordt hem evenzeer zwaar aangerekend dat hij na faillissement niet heeft voldaan aan zijn informatieplicht. Ook heeft hij door het opmaken van valse facturen ernstig misbruik gemaakt van het maatschappelijk vertrouwen.

Beheer/Brabant Accountants

Het hof constateert dat de vordering van de aanvrager van het faillissement conform de nadien overeengekomen betalingsregelingen binnen afzienbare tijd kan worden voldaan en er daarnaast geen steunvorderingen zijn welke thans reeds opeisbaar zijn. Het hof leidt hieruit af dat de gefailleerde derhalve niet (langer) verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.

X/R-C

Opheffing wegens gebrek aan baten. In het niet reageren door de rechter-commissaris op een klacht van de gefailleerde over het optreden van de curator is onvoldoende grond gelegen het faillissement voort te zetten.