Onbehoorlijk bestuur en bestuursverbod; beroep op vrijwaring faalt

De (indirect) bestuurder van failliet wordt veroordeeld tot betaling van het boedeltekort op grond van artikel 2:248 BW. Ook wordt een bestuursverbod van vijf jaar opgelegd als bedoeld in artikel 106a Fw. De bestuurder doet een beroep op vrijwaring, maar dit faalt.

Overname klanten en overeenkomsten bij faillissement energiemaatschappij

Faillissement energieleverancier. Nieuwe leverancier is door de wijze van overdracht – een aankoop via de curator in plaats van een verdeling op aanwijzing van de ACM – gebonden aan de leveringsovereenkomst die de gefailleerde leverancier met de kleinverbruiker had gesloten.

Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 2:9 BW wegens niet naleven fiscale regels en schending administratieplicht

Curator stelt bestuurder van stichting en vereniging aansprakelijk. Geen geobjectiveerd winstoogmerk stichting waardoor geen aansprakelijkheid op grond van artikel 2:138 jo 2:300a (oud) BW.

Bestuurders coöperatie ontzenuwen succesvol causaliteitsvermoeden van artikel 2:138 lid 2 BW

Bestuurders niet aansprakelijk na succesvolle ontzenuwing causaliteitsvermoeden artikel 2:138 lid 2 BW. Andere door de curator gestelde omstandigheden leveren geen kennelijk onbehoorlijk bestuur op.

Verplichting tot betaling van erfpachtcanon kwalificeert niet als boedelschuld en de erfverpachter had geen retentierecht op de aangebrachte installatie

De verplichting tot betaling van erfpachtcanon valt niet in (een van) de drie categorieën boedelschulden van Koot Beheer/Tideman. Voorts was er geen sprake van een retentierecht van de erfverpachter op grond van artikel 5:100 BW omdat de erfpacht nog niet was geëindigd. De erfverpachter was overigens ook geen houder van de zaak.

Schuldeiser wenst informatie uit administratie van gefailleerde bv

Deze zaak gaat over de vraag of de curator gehouden is om medewerking te verlenen aan een onderzoek door een schuldeiser in de volledige administratie van de gefailleerde Substraatbedrijf Horst B.V. als bedoeld in artikel 3:15j BW en/of inzage te verlenen in de administratie en afschriften of uittreksels daarvan te verschaffen als bedoeld in artikel 843a Rv. Het beroep van de schuldeiser op artikel 3:15j BW faalt, maar het beroep op artikel 843a Rv slaagt.

Faillissementsuitzondering overgang van onderneming van toepassing op doorstart Vleems

Hoge Raad wijst klachten FNV af. In faillissement zonder pre-pack geldt nog altijd de uitzondering van artikel 7:666 BW.

Artikel 69-verzoek pandhouders om informatie niet-ontvankelijk

Artikel 69 Fw is niet bedoeld om persoonlijke rechten tegenover de boedel geldend te maken. Het artikel 69-verzoek van pandhouders om informatie om het bestaan en de omvang van hun pandrecht vast te stellen, is daarom niet-ontvankelijk.

Schuldeiser mocht erop vertrouwen dat uitspraakdatum in het vonnis de juiste datum was

Het schriftelijke vonnis waarin de rechtbank een schuldeiser heeft bevolen in te stemmen met een schuldregeling (art. 287a Fw) vermeldt als uitspraakdatum 24 januari, terwijl de uitkomst van de procedure al op 20 januari 2022 telefonisch aan de oorspronkelijke verzoeker was doorgegeven. De schuldeiser mocht er vanwege de omstandigheden van het geval van uitgaan dat de uitspraakdatum in het vonnis juist was.

Schuldeiser niet-ontvankelijk in verzoek ex artikel 69 Fw strekkend tot verschaffing van informatie met betrekking tot artikel 67-procedure

Schuldeiser niet-ontvankelijk in verzoek ex artikel 69 Fw strekkend tot verschaffing van informatie met betrekking tot artikel 67-procedure. Belang schuldeiser loopt parallel aan belang van de boedel.