Bestuurdersaansprakelijkheid wegens schending Beklamel-norm

Een bestuurder is persoonlijk aansprakelijk door schending van de Beklamelnorm. De bestuurder wist of behoorde redelijkerwijs te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen kon voldoen na faillietverklaring.

Faillissement deurwaarderskantoor

De middellijk bestuurder van het deurwaarderskantoor is overleden. De erven zijn ter zitting verschenen als belanghebbenden. De erven menen dat er geen belang is bij een faillissement omdat het deurwaarderskantoor geen vermogen heeft, maar naar het oordeel van de rechtbank is het aan de curator om daar onderzoek naar te doen.

Bekrachtiging uitgesproken faillissement

Het hof is van oordeel dat sprake is van meerdere schuldeisers en een toestand waarin de schuldenaar is opgehouden te betalen.

Voortprocederen na beëindiging faillissement rechtspersoon

Voortprocederen na afloop schorsing procedure ex artikel 29 Fw en beëindiging faillissement vanwege verbindend worden slotuitdelingslijst mogelijk?

Beherend vennoot C.V. kan niet zelf het faillissement verzoeken voor een vordering van de C.V.

De vorderingen van een C.V. komen de enig beherend vennoot niet toe. Daarom kan de beherend vennoot niet op basis van de vordering van de C.V. een faillissement aanvragen.

Faillietverklaring natuurlijk persoon. Aanvraag BZZ-uitkering/RBZ-krediet geen aanvraag tot schuldhulpverlening

Faillietverklaring natuurlijk persoon met een eenmanszaak. Geen beroep gedaan op WSNP. Een aanvraag voor een BZZ-uitkering/RBZ-krediet is anders dan een aanvraag tot schuldhulpverlening.

Hof wijst in kort geding vordering tot noodzaakfinanciering toe

In kort geding eist een aandeelhouder een (gedwongen) bijdrage of medewerking aan uitgifte van aandelen van de andere aandeelhouder in verband met een investering die nodig is voor een noodzakelijk verhuizing, welke investering de vennootschap zelf niet kan bekostigen. Het hof wijst de vordering toe, omdat sprake is van financiële nood, een impasse in de besluitvorming en er geen reëel uitzicht is op alternatieve financiering.

Geen aansprakelijkheid van ING wegens contante uitbetalingen aan frauderende bestuurder van een stichting

Wetenschap van benadeling door terbeschikkingstelling van de betaalrekening niet onderbouwd door curator. Contante uitbetalingen zijn niet onverplicht omdat deze voortvloeien uit de overeenkomst voor de door ING verstrekte betaalrekening. Geen onrechtmatig handelen van ING jegens de stichting. Vervaltermijn van 13 maanden, zoals opgenomen in Richtlijn 2007/64/EG, verstreken ten aanzien van contante uitbetalingen. Vordering tot schadevergoeding afgewezen. Geen onrechtmatig handelen ING jegens gezamenlijke schuldeisers omdat geen sprake is van subjectieve wetenschap.

Faillietverklaring Abo Management omdat meerderheid tegen definitieve verlening van de surseance heeft gestemd

Op grond van artikel 218 lid 2 Fw wordt de surseance niet definitief verleend als meer dan een vierde van het bedrag van de toegelaten vorderingen tegen stemt. Omdat meer dan de helft van het bedrag tegen heeft gestemd, wijst de rechtbank het verzoek tot definitieve verlening af en verklaart zij Abo failliet.

De werking van artikel 25-28 Fw voor verschillende soorten vorderingen

In dit arrest gaat het hof ten aanzien van verschillende soorten vorderingen in op de vraag of zij op grond van de regels van artikel 25-28 Fw geschorst zijn door faillietverklaring van een van de partijen.