Appellanten/Curator

Het verkopen van de aandelen aan een katvanger, wetende dat die niet serieus van plan is de onderneming voort te zetten, en dit met de uitsluitende bedoeling om de onderneming van haar schuldenlast te bevrijden en deze in ander verband voort te zetten, is niet in het belang van de vennootschap en vormt kennelijk onbehoorlijk bestuur.

Stichting De Vijf Musketiers c.s./Curatoren

In dit geschil tussen de curatoren en pandhouders over de termijnstelling van artikel 58 Fw is een van de pandhouders (uiteindelijk) failliet verklaard. De curatoren hebben schorsing verzocht. De Hoge Raad overweegt dat hiermee een vordering als bedoeld in artikel 25 lid 1 en 27 lid 1 Fw aan de orde is, zodat daarmee aan de voorwaarden voor schorsing als bedoeld in artikel 27 Fw is voldaan. Artikel 27 Fw biedt de wederpartij van een failliet zonder meer het recht schorsing van de procedure te vorderen om de curator in het geding te roepen. Een afweging van belangen in verband met een eventuele zekerheidsstelling voor de proceskosten (art. 224 Rv) voor de wederpartij, komt pas aan de orde indien de curator zou beslissen de procedure niet over te nemen en de wederpartij om ontslag van instantie verzoekt.

Holding/Seters q.q.

Geslaagd beroep op paulianeus handelen in aanloop naar het faillissement. Betalingen en pintransactie binnen groepsverband moeten worden aangemerkt als een onttrekking ten gunste van de bestuurder in privé.

Appellant/UWV

De gerede twijfel van het UWV over de door appellant bij zijn aanvraag voor een ZW- en faillissementsuitkering gestelde privaatrechtelijke dienstbetrekking, is ook in hoger beroep niet weggenomen. In dat verband had appellant aannemelijk te maken dat er tussen hem en zijn werkgever een gezagsverhouding bestond. Appellant heeft echter geen objectieve en verifieerbare stukken ingebracht waaruit dat blijkt.

Curator Het Oosten/X

De bestuurder heeft onvoldoende weersproken dat niet is voldaan aan zijn boekhoudplicht, terwijl geen sprake is van een gering verzuim. Hij is evenmin geslaagd in het ontzenuwen van het bewijsvermoeden van artikel 2:248 lid 2 BW, door zich erop te beroepen dat twee (ex-)medewerkers de gefailleerde hebben beconcurreerd.

Volkerink q.q./Rabobank

Niet kan worden aangenomen dat de door de bank als pandhouder bedongen aanscherping van de terugbetalingsvoorwaarden, nu dit een vereiste was voor haar toestemming voor de verkoop van de bedrijfsactiviteit van de pandgever, heeft geleid tot benadeling van schuldeisers in het latere faillissement.

Schepel q.q. c.s./ING

Een generiek geformuleerde verpanding, als zou dat pandrecht rusten op 'alle tot het bedrijf van de pandgever behorende goederen', volstaat niet voor de rechtsgeldige verpanding van een auteursrecht op software, omdat een dergelijke omschrijving voor wat betreft het onderhavige auteursrecht niet voldoet aan de eis van voldoende bepaalbaarheid (art. 3:84 lid 2 BW).

De Veluwe/Herstel q.q.

Dat de curator complicaties ondervond bij de ontruiming van het gehuurde nadat de opzegtermijn van artikel 39 Fw is verlopen, levert een schending op van de verplichting van de schuldenaar tot ontruiming van het gehuurde, maar leidt in dit geval niet tot aanspraken ten laste van de boedel wegens voortgezet gebruik of schadevergoeding.

X/Weenink q.q.

Kort geding ter opheffing van het door de curator gelegde conservatoir beslag op matrijzen. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat het door de curator gepretendeerde eigendomsrecht ondeugdelijk is. Ook heeft de curator een legitiem financieel belang bij de bescherming van van het eigendomsrecht van de boedel. De eiser heeft geen vervangende zekerheden geboden. Het belang van de curator moet prevaleren boven het belang van de eiser. De rechtbank wijst de vordering tot opheffing van het conservatoir beslag af en veroordeelt de eiser in de proceskosten.

Ex-bestuurder/Curator

Tijdige stuiting van de verjaring van de Maclou-vordering van de voormalige bestuurder tegen de curator van de gefailleerde. Hetgeen de curator heeft aangevoerd omtrent de adressering van stuitingsbrieven, namelijk dat deze niet naar hem in privé maar naar zijn kantooradres zijn gestuurd, kan hem niet baten nu niet betwist is dat deze brieven hem hebben bereikt.