appellanten c.s./QMatters B.V.

Vordering van QMatters BV gebaseerd op bestuurdersaansprakelijkheid en op misbruik van omstandigheden (art. 6:162 BW) slaagt niet.

A en B/Rabobank

Bank schendt zorgplicht niet door af te zien van medewerking aan doorstart.

De bestuurder van de failliete bv heeft faillissementsfraude gepleegd en wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van eenentwintig maanden. De faillissementsfraude bestaat uit het bedrieglijk verkorten van de rechten van schuldeisers van de bv (art. 343 Sr).

Stichting Fairfield Compensation Foundation/Citco c.s.

Madoff-schandaal. Stichting Fairfield Compensation Foundation vordert schadevergoeding van Citco c.s. als bewaarder, bewaarbedrijf en administrateur voor het in strijd handelen met de zorgplicht en contractuele verplichtingen jegens de Stichting. Volgens de rechtbank behoorden Citco c.s. niet achterdochtig te zijn wat betreft de aangeleverde boeken door [naam 1], wegens een betrouwbare reputatie en voldoende lokale mogelijkheden tot vergoeding van schade in geval van insolventie. Het enkele feit dat de fraude heeft kunnen plaatsvinden is onvoldoende voor het aannemen van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen door Citco c.s. De tussen partijen gesloten overeenkomst concretiseert tevens niet de verplichtingen die Citco c.s. jegens de Stichting zou hebben als bewaarder, waardoor moet worden aangesloten bij de destijds in de markt gebruikelijke standaarden. Citco c.s. hebben hun taak uitgeoefend volgens die standaarden. De rechtbank wijst de vorderingen van de Stichting af en veroordeelt de Stichting in de proceskosten.

Appellant/Rabobank

Niet is komen vast te staan dat appellant ten tijde van de vestiging van zijn hypotheekrecht op de hoogte was van de bestaande maar niet ingeschreven hypotheekrechten van Rabobank, zodat hij op grond van artikel 3:24 BW wordt beschermd. Als gevolg daarvan komt het depot niet in zijn geheel toe aan Rabobank, doch eerst aan appellant.

Ex-bestuurder Axis/Curator

De door appellant aangevoerde grieven falen. Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft aangenomen dat er sprake is van onbehoorlijke taakvervulling van het bestuur en dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement van Axis Diensten BV. Het hof is voorts van oordeel dat er geen aanleiding bestaat tot matiging van aansprakelijkheid van appellant als bestuurder, ondanks het feit dat hij slechts bestuurder is geweest gedurende een deel van de periode waarin de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling plaatsvond.

Curator/Bestuur Aqua B.V.

De vorderingen van curator uit hoofde van de artikelen 2:248 BW en 2:9 BW worden door de rechtbank afgewezen. De splitsing van de activiteiten van de onderneming in twee aparte bv’s wordt niet vreemd of verdacht geacht, mede omdat de splitsing op advies van een deskundige heeft plaatsgevonden. Dat gedaagden hierbij geen voorziening hebben getroffen voor eventuele schuldeisers van Aqua kan hun naar het oordeel van de rechtbank niet worden verweten. Op dat moment was er onvoldoende reden om te veronderstellen dat dit nodig zou zijn.

Glencore/Curatoren Zalco e.a.

Pandhouder vordert schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad wegens misbruik van bevoegdheid door curatoren. Aluminium is na stolling geen bestanddeel geworden van elektrolyseovens, waardoor Glencore als separatist recht had om tot parate executie van het aluminium over te gaan. Curatoren stelden een te korte termijn voor executie, waarbinnen in redelijkheid niet tot scheiding van het aluminium en de ovens kon worden overgegaan. Dit was noodzakelijk om het aluminium te veilen. De boedel had geen belang bij deze korte termijn, omdat de opbrengst geheel aan Glencore als separatist zou gaan toekomen. Het hof concludeert tot misbruik van bevoegdheid en daarmee onrechtmatig handelen door de curatoren. Curatoren worden in hun hoedanigheid als curator van Zalco veroordeelt tot vergoeding van de schade van Glencore.

X q.q./Egale c.s.

Eisers vorderen opheffing van conservatoir derdenbeslag, zodat de vrijkomende gelden kunnen worden aangewend ten behoeve van rechtsbijstand van de vennootschap waarvan zij bestuurder zijn. De rechtbank wijst de vordering af, omdat de eiser aan wie de dan vrijkomende gelden toekomen geen belang heeft bij het financieren van een te voeren verweer door de vennootschap. Daarnaast verkeert eiser aan wie de gelden toekomen in betalingsproblemen, waardoor het selectief voldoen van een crediteur met een relatief kleine vordering in strijd zou zijn met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Het beroep op het recht op een eerlijk proces strandt, aangezien eisers geen verzoek hebben gedaan tot toevoeging van een advocaat. Het is verder de eigen verantwoordelijkheid van eisers dat zij zich niet voor rechtsbijstand hebben verzekerd. De vorderingen worden afgewezen, en eisers worden veroordeeld in de kosten van het geding.

Cessie vordering naar aanvrager voldoende aannemelijk, sprake van pluraliteit en van de toestand te hebben opgehouden te betalen, geen misbruik van bevoegdheid bij aanvrager faillissement.