Wagemakers q.q./S

De enkele schending van boekhoudplicht of publicatieverplichting is niet voldoende voor het oordeel dat de curator daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering op grond van artikel 2:138 lid 2 BW in te stellen. Daarvoor is tevens voldoende zekerheid over het causale verband tussen onbehoorlijk bestuur en faillissement nodig.

Warnink q.q./FFC Vastgoed B.V.

Verrekening door de verhuurder van een bedrag met de openstaande huurschuld vanwege een door de huurder achtergelaten inventaris levert geen nietige of vernietigbare verrekening op.

Appellant/Wanted c.s.

Onvoldoende feiten gesteld voor persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder.

Appellante c.s./X

Met het uitspreken van het faillissement van appellante hangende hoger beroep, geldt dat de vordering in reconventie door geïntimeerde moet worden geverifieerd. Nu dit nog niet is gebeurd is de reconventionele vordering met toepassing van artikel 29 Fw van rechtswege geschorst.

Spectrum/X

Door het bereiken van een schikking in de onderliggende overeenkomst en de mogelijkheid dat de zustervennootschap van de gefailleerde de steunvordering voldoet, is niet langer summierlijk gebleken van het vorderingsrecht van de aanvrager van het faillissement, noch een toestand van te hebben opgehouden te betalen.

Hage q.q./X

Een dividenduitkering in aanloop naar het faillissement staat niet alleen bloot aan terugvordering op grond van artikel 2:216 BW, maar kan ook op grond van de pauliana bestreden worden. De dividenduitkering wordt beschouwd als een onverplichte rechtshandeling om niet. Anders dan onder het relatief strenge artikel 2:216 BW (nieuw), is dan onder de pauliana een zekere wetenschap aan de zijde van de aandeelhouder niet vereist. Op grond van artikel 45 Fw wordt de wetenschap aan de zijde van de vennootschap vermoed indien de dividendbetaling verricht is binnen een jaar voor faillissement.

Een beroep op rechtsverwerking op grond van artikel 6:89 BW vereist een concrete prestatie die uit een verbintenis voortvloeit en gebrekkig is. Een beroep op artikel 6:89 als verweer tegen een vordering op grond van artikel 2:9 is niet mogelijk omdat 2:9 een norm inhoudt en geen concrete prestatie oplevert die voortvloeit uit een verbintenis. Een beroep op artikel 6:89 in het kader van een onrechtmatigedaadsvordering is mogelijk indien de feitelijke grondslag ziet op de schending van een concrete prestatie.

Curator/Belastingdienst, kantoor Enschede

Curator voert uit efficiencyoverwegingen geen gronden aan in zijn bezwaarschrift tegen een belastingheffing. De rechtbank oordeelt dat dergelijke overwegingen geen grond vormen voor de verontschuldigbaarheid van het gebrek dat aan het bezwaarschrift kleeft.

Rechtsgeldige verpanding vordering door failliet. Pandgever oefent pandrecht uit maar schuldenaar verweert zich door de stellen dat failliet schade heeft veroorzaakt. Comparitiebepaling in hoger beroep.

Lion/Maria q.q.

In een strafzaak erkent de voormalig curator (i.c. verweerder) in een faillissement dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het verduisteren van boedelgelden en valsheid in geschrifte. De nieuwe curator in eerdergenoemde faillissement doet een verzoek tot faillietverklaring van de oude curator. Dit verzoek wordt toegewezen. Hoewel verweerder in de strafzaak geschorst is gelast het Gerecht de faillissementsgijzeling van verweerder.