Kornhaas/Dithmar
Het HvJ EU gaat voor het eerst in op de vraag welk recht toepasselijk is op een bestuurdersaansprakelijkheidsvordering ingesteld door de curator in een Duitse insolventieprocedure ten aanzien van een Engelse Limited. Het Hof oordeelt dat deze vordering onder artikel 4 van de Insolventieverordening valt, en dat dit artikel dus het toepasselijk recht op de vordering bepaalt. Tevens oordeelt het Hof, wellicht verrassend, dat de vrijheid van vestiging niet in de weg staat aan (kort gezegd) het toepassen van de onderhavige regel van Duits recht op de aansprakelijkheid van een bestuurder van een Engelse Limited.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 10-12-2015