Fiscus wordt eerst betaald uit opbrengst bodemzaken, curator heeft geen vordering op grond van artikel 57 lid 3 Fw

De koper van bodemzaken heeft een deel van de koopprijs verrekend en een deel van de koopprijs contant betaald aan de boedel. De curator vordert betaling van een deel van het verrekende bedrag, omdat de fiscus hier recht op zou hebben vanwege zijn bodemvoorrecht. De rechtbank is het hier niet mee eens, omdat de vordering van de fiscus volledig voldaan kan worden met het bedrag dat de koper contant aan de boedel heeft betaald.

In bankvoorwaarden is subrogatie niet uitgesloten, maar is bij voorbaat afstand gedaan van subrogatie

Rabobank heeft goederen van Melamo B.V. uitgewonnen voor betaling van de vordering van Anchor II B.V., de moedervennootschap van Melamo. Melamo subrogeerde daarom in de rechten van Rabobank. Omdat de vordering die krachtens subrogatie is verkregen tijdens het faillissement van Melamo is ontstaan, kon hier geen afstand van worden gedaan. Een overschot na uitwinning van een hypotheekrecht dat Anchor had verstrekt aan Rabobank, moest daarom aan (de curatoren van) Melamo worden betaald en niet aan Anchor.

De Ontvanger als preferente schuldeiser versus de verzekeringsmaatschappij als ‘dwangcrediteur'

Een verzekeraar kan in het kader van de WHOA niet worden aangemerkt als dwangcrediteur. Wanneer hij als concurrente schuldeiser volledig wordt betaald en daarmee de paritas creditorum wordt doorbroken, levert dat een afwijzingsgrond ex artikel 384 lid 4 onder b Fw op.

Schending van artikel 193 lid 3 Fw levert geen persoonlijke aansprakelijkheid op voor de curator

Een curator wordt persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de schade die de oud-bestuurder van de failliet zou hebben geleden doordat hij na afloop van het faillissement niet de gehele administratie heeft afgegeven aan de bestuurder. De rechtbank concludeert dat de curator heeft gehandeld in strijd met een wettelijke plicht, maar dat dit in de gegeven omstandigheden niet leidt tot persoonlijke aansprakelijkheid voor de geleden schade.

Faillissementspauliana: betaling van de koopprijs door schuldoverneming benadeelt de gezamenlijke schuldeisers

De curator van een failliet uitzendbureau heeft de voldoening van de koopprijs voor activa van het uitzendbureau buitengerechtelijk vernietigd, omdat die rechtshandeling paulianeus is (op grond van art. 42 Fw). De voldoening van de koopprijs vond – voorafgaand aan het faillissement – gedeeltelijk plaats door middel van schuldoverneming. Volgens de curator zijn door deze wijze van voldoening de gezamenlijke schuldeisers benadeeld. De rechtbank wijst de verzochte verklaring voor recht toe: de voldoening is rechtsgeldig buitengerechtelijk vernietigd.

De faillissementspauliana ten aanzien van betalingen

Deze zaak gaat over de toepassing van de faillissementspauliana. De rechtbank oordeelt dat de betalingen van de later gefailleerde X BV aan Axis paulianeus zijn, zodat de vordering van de curator tot terugbetaling van deze betalingen is gehonoreerd.

Curator niet aansprakelijk voor verkoop eigendommen van derden

Op basis van de informatie die voor de curator beschikbaar was, mocht hij aannemen dat de zaken eigendom van de gefailleerde waren zodat hij deze ten behoeve van de boedel te gelde kon maken.

Hoger beroep tegen pauliana slaagt: faillissement en tekort daarin niet voorzienbaar

Anders dan de rechtbank oordeelt het hof dat het faillissement en het tekort hierin niet in redelijke mate van waarschijnlijkheid waren te voorzien op het moment van het verrichten van de gewraakte rechtshandeling.

Verzoek gelasten afkoelingsperiode WHOA

Toewijzing verzoek afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw

Leidt een contractueel onoverdraagbaarheidsbeding met goederenrechtelijke werking ook tot onverpandbaarheid?

Een beding als bedoeld in artikel 3:83 lid 2 BW, dat de overdraagbaarheid van een vorderingsrecht met goederenrechtelijke werking uitsluit, leidt ook tot onverpandbaarheid van dat vorderingsrecht (art. 3:81 lid 1 BW; art. 3:228 BW).